donderdag 1 maart 2018

Αναγνώσματα + 03.03.2018 + Lezingen


Στα Ελληνικά: απόστολος (Ἑβρ. γ΄ 12-16) και Ευαγγέλιον (Μᾶρκ. α΄ 35-44)
Nederlands:  apostel (Heb. 3:12-16) en Evangelielezing (Mk. 1:35-44)


Πρὸς Ἑβραίους γ΄ 12-16 τὸ ἀνάγνωσμα είναι απο:
Ἀδελφοί, βλέπετε, ἀδελφοί, μήποτε ἔσται ἔν τινι ὑμῶν καρδία πονηρὰ ἀπιστίας ἐν τῷ ἀποστῆναι ἀπὸ θεοῦ ζῶντος· ἀλλὰ παρακαλεῖτε ἑαυτοὺς καθʼ ἑκάστην ἡμέραν, ἄχρι οὗ τὸ σήμερον καλεῖται, ἵνα μὴ σκληρυνθῇ ἐξ ὑμῶν τις ἀπάτῃ τῆς ἁμαρτίας· μέτοχοι γὰρ γεγόναμεν τοῦ Χριστοῦ, ἐάνπερ τὴν ἀρχὴν τῆς ὑποστάσεως μέχρι τέλους βεβαίαν κατάσχωμεν· ἐν τῷ λέγεσθαι, Σήμερον ἐὰν τῆς φωνῆς αὐτοῦ ἀκούσητε, μὴ σκληρύνητε τὰς καρδίας ὑμῶν, ὡς ἐν τῷ παραπικρασμῷ. Τινὲς γὰρ ἀκούσαντες παρεπίκραναν, ἀλλʼ οὐ πάντες οἱ ἐξελθόντες ἐξ Αἰγύπτου διὰ Μωϋσέως.

Lezing uit de brief van Paulus aan de Hebreeën 3:12-16:
Broeders, zie erop toe, dat er nooit iemand van u een verdorven, ongelovig hart zal hebben, dat afvallig wordt van de levende God; maar vermaan elkaar elke dag, zolang men van een heden kan spreken, opdat niemand van u verhard zal worden door het bedrog van de zonde. Want wij zijn deelgenoten van Christus geworden, tenminste als wij onze oorspronkelijke standvastigheid ten einde toe onwrikbaar vasthouden, terwijl er wordt gezegd:
 Heden, als gij Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet, zoals in de verbittering.
 Wie waren het dan, die, hoewel zij de stem gehoord hadden, God verbitterden? Maar niet allen die onder leiding van Mozes uit Egypte waren getrokken.

Ἐκ τοῦ Κατὰ Μᾶρκον α΄ 35-44 Εὐαγγελίου τὸ Ἀνάγνωσμα: 
Τῷ καιρῷ ἐκείνῳ, ἀπῆλθεν ὁ Ἰησοῦς εἰς ἔρημον τόπον, κἀκεῖ προσηύχετο. καὶ κατεδίωξαν αὐτὸν ὁ Σίμων καὶ οἱ μετ᾿ αὐτοῦ, καὶ εὑρόντες αὐτὸν λέγουσιν αὐτῷ ὅτι πάντες σε ζητοῦσι. καὶ λέγει αὐτοῖς· ἄγωμεν εἰς τὰς ἐχομένας κωμοπόλεις, ἵνα καὶ ἐκεῖ κηρύξω· εἰς τοῦτο γὰρ ἐξελήλυθα. καὶ ἦν κηρύσσων ἐν ταῖς συναγωγαῖς αὐτῶν εἰς ὅλην τὴν Γαλιλαίαν καὶ τὰ δαιμόνια ἐκβάλλων. Καὶ ἔρχεται πρὸς αὐτὸν λεπρὸς παρακαλῶν αὐτὸν καὶ γονυπετῶν αὐτὸν καὶ λέγων αὐτῷ ὅτι ἐὰν θέλῃς, δύνασαί με καθαρίσαι. ὁ δὲ ᾿Ιησοῦς σπλαγχνισθείς, ἐκτείνας τὴν χεῖρα ἥψατο αὐτοῦ καὶ λέγει αὐτῷ· θέλω, καθαρίσθητι. καὶ εἰπόντος αὐτοῦ εὐθέως ἀπῆλθεν ἀπ᾿ αὐτοῦ ἡ λέπρα, καὶ ἐκαθαρίσθη. καὶ ἐμβριμησάμενος αὐτῷ εὐθέως ἐξέβαλεν αὐτὸν καὶ λέγει αὐτῷ·ὅρα μηδενὶ μηδὲν εἴπῃς, ἀλλ᾿ ὕπαγε σεαυτὸν δεῖξον τῷ ἱερεῖ καὶ προσένεγκε περὶ τοῦ καθαρισμοῦ σου ἃ προσέταξε Μωϋσῆς εἰς μαρτύριον αὐτοῖς.

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Markus 1:35-44:
In die tijd begaf Jezus Zich naar een eenzame plaats en bad daar. Simon en de anderen die bij hem waren, gingen Hem achterna. En toen zij Hem gevonden hadden, zeiden zij tegen Hem: ‘Iedereen zoekt U.’ En Hij zei tegen hen: ‘Laten wij ergens anders heengaan, naar de dorpen hier in de omtrek, zodat Ik ook daar kan verkondigen, want daarvoor ben Ik op weg gegaan.’ En Hij verkondigde in hun synagogen door heel Galilea en dreef de demonen uit. En er kwam een melaatse naar Hem toe, die voor Hem op de knieën viel en tegen Hem zei: ‘Als U wilt, kunt U mij rein maken.’ En Jezus kreeg medelijden, stak Zijn hand uit, raakte hem aan en zei tegen hem: ‘Ik wil het, word rein.’ En meteen verdween zijn melaatsheid, en hij werd rein. En nadat Hij hem ernstig vermaand had, stuurde Hij hem meteen weg en zei tegen hem: ‘Denk erom dat u tegen niemand iets zegt, maar ga u aan de priester laten zien, en breng het reinigingsoffer dat Mozes heeft voorgeschreven, als getuigenis voor hen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten